kosmische wezens

De MENS verbeeldt diep in het ware hart een eigen natuurrijke beeldrealiteit.
Geen beloftevolle droomstaat of iets in die geest, nee een echte menswaardige vredevolle werkelijkheid! Als de mens zich kan ver (bron) beelden voorbij zijn toegestane beeldaard, dan bestaat hij in kracht in zijn eigen beeld. Binnenin ieder mens leeft een gevoel voor grootsheid zonder gestuurde waarneming, meesterschap, mentaal gevormde maatschappelijke klasse, verlichting. Dit gevoel, het is precies wat naar buiten komt als de vraag van kracht zich opent; wie ben ik echt?
Zo is leven bedoeld, dit is waar pure schepping zich uit, in pure waarneming. Van nature en in een kosmisch organisch geheel zijn wij mensrijk en we hebben, wonende in een tijdelijk soort afwezigheids aard, onze oorsprong erin te herontdekken. In ons innerrijk, daar waar de buitenwereld buiten blijft.
Als vanzelf kunnen we zo met velen gaan ervaren dat het echte zien zich van binnenuit opent in het opnieuw ontdekken van onze plek als kosmopoliet en als sterrenreiziger in het universele (buiten) beeld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er steeds meer uitdrukking en gezichtsvorm zich ontvouwt in de beeldexpressie die je hieronder tentoongesteld ziet. Gezichten van daadkrachtige mensen en wezens waar we van nature altijd al verbinding mee hebben gehad en wat we inmiddels met vele mensen samen, in pure uitdrukking van het samenkrachtige zelf, bekrachtigend in het aardse beperkingsveld neerleggen. De indringendheid die deze licht-tonende inspiratie ons mensen toont, is dat we in staat zijn tot een eigen beeld openlegging, dwars door alle angstige licht dovende, vijandige mens-onterende beeldenprogrammeringen heen.

 

Abstract leven bestaat in wezen helemaal niet, enkel in een gedachte die de mens zijn ware voorstelling afhandig wil maken en de mens afhankelijk van een voorstelling van buitenaf.
Alles, het hele leven, ook hier op planeet aarde, is in wezen zichtbaar, begrijpbaar en te weten voor ons mensen. Wij zullen en kunnen via elke vorm van abstract en abstractie uitkomen bij ons feitelijke gevoel voor zelf en uiteindelijk bij ons vormrijke zelf.
Onze huidige zichtbare mens werkelijkheid zal zich enorm vergroten in dat moment, een verruiming tot de meest menswaardige werkelijkheid die er ooit bestaan heeft en altijd zal bestaan

zolang onze ware vorm voor ons mensen onvoorstelbaar is, worden we door redenering afgeleid van onze eigen heilige vormrijke aanschouwing

moniek