aan alle lieve mensen die naar huis zijn of onderweg

aan alle lieve mensen die naar huis zijn of onderweg

(geschreven op de muziek onder het gedicht)

.

.

.. ..

als ik je weerzie
zo stilletjes naar je kijk
dan bezie ik blauw
zonovergoten schijnend achter je ogen
en middenin pupil
het leek alsof we spraken
en toch stond deze wereld stil

en dat wat gesproken
het klonk verheven
en de klanken in gevecht
t werd eindelijk gezegd

het zou weer mogen
het echte thuis
het blauw zo in je ogen
verstomde alle werelds ruis

wervelwonderblauw
en daarin alle kleuren
jij die jou ooit wat verliet
was terug om te ontsmeuren

t was alsof ik badderde
in veilig vredig water
en even nergens zorgen
en nooit of ergens later

de woorden waren niet belangrijk
in dat fascinerend licht
de hoedster van geboorte
jij scheen volmaakt, als een gedicht

en ik weet dat jij leven zal
voor eeuwig en altijd
in wat je deed met mij zojuist
je hebt de smalle blik van blauw bevrijd

en het water mag nu stromen
stroom jij lieve stroom
in al het levendig vooruit
het valse spat uit elke droom
en het water eert alleen nog jouw besluit

blauwer dan de bomen
blauwer dan de lucht
nooit voelde ik op aarde blauw
als in dat ene godrijke moment
stilletjes kijkend zo naar jou

in ering,
moniek