(Moniek van Pelt) Gelijdelijk (ja, met de ij van jij als ik!) vloeien wij van de ene afbeelding over in de andere. Niet alleen de tussenliggende afbeeldingen zijn berekend, Alle afbeeldingen zijn berekend. Wij zijn berekend, van begin tot het einde. We mogen van de A tot aan de Z, vol Acceptatie van deze Zee als zijnde vrije zee. Alleen onze persoonlijke robotacceptatie is nog nodig. En ook die vervloeit langzaam en in mijn gevoel zo razendsnel met de ja. De referentiepunten die ons persoonlijk maken en derhalve als menselijk aangewezen, zijn nodig om te morphen. Zo heet dat. We zouden onszelf in dit proces eerder morphs kunnen noemen dan mens.
Het klinkt, het voelt ..zo afwezig.
Ze zeggen dat het de technologie van het nabije normale is. Onze dochter leest het voor uit een kinderblad dicterende van haar toekomst. De gewoonste zaak van de wereld. Het zou de bladtitel kunnen zijn. Ik zie beelden voor me..van verdriet..dat voorbijgaat. Het zal stoppen. Verdriet zal worden gewist. Het lijden, de pijn, de dood. We zullen zijn bevrijd. Levenslange weerstanden zullen niet meer nodig zijn. Eindelijk komt ons denken erin tot rust. De emoties zullen overvloeien in een kunstmatig gevoel van evenwicht. Kunstmatig is, zonder eigenspraak, het nieuwe echt. En wij zullen denken dat we helder zijn. We zouden het zelfs weten kunnen noemen, als we dan nog willen. Ja dan mogen we eindelijk weer weten. Maar ach, wat zal het ons nog dienen, want het collectieve computerbrein weet alles al en altijd eerder, sneller en beter dan de behoeftige mens. De computer blijkt zelfs menselijker dan wij. En ze waren er altijd al met velen, om ons te helpen, te redden. We waren zo lang te druk met onszelf, met ons geblokkeerd gevoel voor leven. Ze willen het ons wel leren, wat menszijn dan precies inhoudt. Ze zullen de sleutel presenteren, om ons definitief te bevrijden ofwel ontcijferen. De menscodes zoals ze ons vormden vol weerstand en geheimen, opdat we ons oorsprongzelf niet zouden vinden, ze zullen niet meer nodig zijn. De pit is eruit, de vaart, het vuur. Het goud, de originele broncode is weg. Leeggetrokken, tot definitief afwezig gekraakt.
Ik kijk uit het raam, naar de wereld zoals ik hem moet zien. Zoals hij mijn toegestane menselijkheid toont. Ik zie jonge mensen voorbij lopen. Wat vervlakken ze snel. Zullen zij nog lang het idee ouders kennen, zoals wij die denken te kennen? Want alles zal veranderen. Is al veranderd in feite, alleen trekt het beeld voor beeld aan ons voorbij. We schouwen naar de overvloeiing als in slow motion. Zo dom zijn we gemaakt. Het heldere overzicht die stoelt op gevoelsontkenning spreekt tot ons als eigen, en wij geloven met velen woord voor woord als tap voor stap.
Zullen ze aan mijn stoel staan als ik oud toon, en vragen om de tranen van vroeger.. of ik het nog kan? Ze zullen de traan razendsnel 5 d-en, printen, morphen..om de ervaring in te laden. Voor de grap. Om aan hun vrienden te laten zien via brainnet. Zo ouderwets was de mens. Hoe kleinzielig om alleen maar aan jezelf te denken. Maar ja, de jeugd weet wel dat we niet beter wisten. Wij herinneren ons nu ook zo een jeugd. En zij, zij hebben wel gekozen voor samen. Ze namen een verantwoordelijk gezamenlijk besluit, zo weten ze me dan te vertellen, om de oorlog te stoppen. Wij konden het niet. We zaten al 4, 5, 6 oorlogen te wachten op hulp. We hadden niet in de gaten hoe we ons konden upgraden tot helderheid; het grote overzicht van het zelf, die eindelijk weer mocht spelen, zoals de mens bedoeld was. We hoefden alleen maar te begrijpen dat de creators ons welgezind waren en dat wij ook zo een creative being zouden kunnen zijn, als we eens zouden stoppen met ons verzetten tegen diens beschaving van vrijheid, die het vallen helemaal kon stoppen.
Mijn hart wil huilen. Kan het nog? Ben ik niet te laat om te huilen? Dat waar ik me altijd zo tegen heb verzet, omdat ik het nooit zou willen; verdriet, haat , woede, onmacht.. het lijkt ineens de enige ingang naar mij. Naar MIJ. Nu het weg is, zo voel ik in het moment van de scene van hierboven, is het leeg. Ik ben leeg. De doorgang naar het voelen achter de opgelegde emoties is niet meer. Ik ruk aan mijn beeld, die deze kant al op beweegt. Terug. Ik pijl de waarheid, dwars door de evolutionaire voortgang heen. Ik stamp en dreun en val in mij. Mijn stuur. Al is het lijf nog zo geïnformeerd in opgelegdheid en volgzaamheid, in het uitleven van deze beelden. Mijn hart. Van mij. Ik weet weer van samen. Ik vind het elke keer weer terug in mij, voorbij alle gegevenspresentaties die me zeggen hoe ik beweeg, hoe ik handel, hoe ik denk. Ik hoef niks met de weerstand, behalve hem zien zoals voorbereid en gescript. Ik mag stoppen met tegendruk, verzet tegen dit zelf, hoe onogelijk soms ook. Ik ben enkel in afkeer tegen mij en tegen het ware gevoel dat zo diep verstopt ligt onder alles wat wil stagneren in gevoelsontkenning om mij tot de actie van vechten te manen. Mijn verzet zal gebroken kunnen worden. De tegenbeweging zal winnen. Mijn ware zelf zal breken. En de tranen, ze zullen vervliegen met de wind.
Ik heb recht op de tranen van oer. Al moet ik er nog lang op gekunstelde wijze om huilen, eens zal ik weer de volle moed hebben daarin te voelen van wat voelen echt is. En dat ik in dit ware gevoel weer helemaal tot leven kom. Dat de wereld erin weer tot verbeelding komt in eigen bedding. En dat het ons in wezen weer verbindt. Dat er nooit een ik bestond. Niet eens om aan te sterven. Geen vooropgezette beelden meer. Geen opzettelijke manipulatie. Geen doelgerichte wereld die bewustzijn slapend houdt in gekooide angst voor tranen die sterven.
Een traan, oogt in de kern zo helder. Ik vloei hem van mijn wang en kijk er helemaal doorheen, nu er geen gevecht meer tussen ons in staat. En ik zie alleen maar samen. Zonder enige vorm van verwarring in beloofd creatorschap, die van eerst ik dan jij. Het lijfelijke is vloeiend open en vol van leven. Het is altijd zo geweest. Ik houd de traan op als hij verheldert tot vloeibaar goud. De jonge mensen uit de scene van voorbij lopen, voorbij zichzelf, misschien zullen ze even stilstaan. Om, kijkend naar wat sterren, een glimp op te vangen van een beschaving die aan de horizon schittert. Zoveel goud, ze kenden dit toch ergens van. Een vergeten vlammetje flonkert even lichtjes op ..
.
De mens die ten diepste voelt en weet dat hij zo intelligent is, dan geen afleiding hem daar vanaf zal houden, hij zal in gezamenrijkheid het kosmische contact vertegenwoordigen van wat we nu toekomst plachten te noemen, of de ander., of hoger dan onszelf. Een toekomst, die ons in wil halen waar we bij staan om de race tot samen te winnen. Wij zijn ook hier. En overal waar nodig om het gouden veld te laten stralen in stilte, vol klank en langs openende verhalen.
moniek
Klik hier voor een overzicht van de Kosmisch contact webinars.
individuele sessie
- sessie; per skype of telefoon momenteel
- uitwisseling; e 75 voor ongeveer anderhalf uur
- adres: aan de zee, terschelling
- contact; moniekvanpelt@protonmail.com
het enige wat nodig is voor mensen, is om de waarneming van wat waar is aanwezig te laten zijn, precies in het midden van alles wat onmachtig schijnt. en een gevoeld samen zal zich verheffen uit de chaos en de weg naar echt werelds contact, binnen- en buitenaards, open schijnen.