(Moniek van Pelt) Onderwijs is voor mij niet zozeer iets in de geest van’ levende onder je wijsheid’. Het woord doodt de eigen wijs omdat het wijst. En daar is niks geestigs aan.
enkel de bedachte mens zal sterven
vrije geesten sterven niet
omdat hun verbonden waarheidsgeving
binnenstebuiten en los van kader
ongeclaimd geschiedt
Al wat bedacht is en wat de energie spel onder- of overschrijft, dient te sterven aan een ‘te klein aan wereld’ om zich er vervolgens in dit akkoord wederom aan te koppelen. Ogenschijnlijk net een stapje verder, een wereld groter, collectief kennisvoller en persoonlijk wetenswaardiger. En alleen. Er is geen echte samenklank in isolatie, slechts echo. En echo betekent kopie. Wat zijn andermans ogen bedrieglijk onzinnig in stralend verlokken, bezien langs de zin van het ware wezen. Het onvervalste wezen die niet schikt in een overeenkomst voor wat aan- en inzicht. Alsof spel een te hervormen en op zichzelf staand denkbeeld zou zijn; variërend van drama tot kamp en tot in kansspel, vermaak en wedstrijd. Dat zijn enkel simulaties die een mens vertaalt vanuit een voorstelling van twijfel. Hij heeft zijn pure weten ervoor verlaten. En hij weet het niet, niet echt. Vermoedens leiden al te vaak geloofsmatig naar dezelfde afzondering in een andere vorm.
Zoals ik eens schreef is enkel de pure binnenwereld ongeduid in een toegelichte wereld; toe-gelicht, inge-licht, opge-licht en toe aan ver-licht. Licht kan in deze verdraaiing niet tippen aan helderheid in totaal vermogen en dus niet aan verrijkend en voluit Leven. Ongedacht mogen zijn, ongeduid en ongekend geeft de mens een kans om uit de pijnlijke kronkeling van het broedsel te geraken die structuur-denken ziet als de grootst mogelijk te bereiken eenheid en de meest integere handselswijze. Ja zelfs als ‘puur.’ Het geeft een mens, zich als incompleet zelf manifesterende, een patroon die uiteindelijk slechts dieper groeft en verhard. Ongeharde veerkracht kent een waarachtig en zeer levendige expressie, die geen tweevoudigheid als leven of dood behoeft. De mens die je niet in vergelijking beziet, ter verificatie, controle, toetsing of begaafdheid en aan zaken als verleden, familie, groei of getal, zal niet gaan vergelijken. In een omgekeerde wereld echter, het ontstane beeld achter tweevoudig, gesplitst en verscheurend denken, wordt het ware spel vervormend vertaald als onnodig, onbereikbaar en vergeten en de gevormde leraar-mens als nodig, prikkelend, bij- en aansturend en verrijkend omdat hij hoger reikend zou zijn. ‘’Hoger reiken en van lager komen’’, als bewegende in een met tragedie-emotie gevuld golfslagbad, bestaat alleen maar bij de gratie van een systeem. Beweging hoeft niet in gang gezet te worden, als je je niet hoeft te meten aan een gemiddelde. Nutteloosheid, luiheid en domheid bestaan simpelweg niet als je het niet aan en dus niet af hoeft te leren.
Spelen kent van oorsprong vrije energie; onbeperkte onbezette vrijmoedige openhartige levenskracht. Spelen staat los van wat geschied is en kijkt vrij om zich heen. Het stoort zich niet aan wat mogelijkerwijs nog komen gaat. Spelen doe je met je hele wezen, niet op gezette tijden, op aanwijzing, om uiterlijk te vermaken, of om passend gedrag te vertonen. Spelen omvat een geniale niet te definiëren energie, die op onnavolgbare wijze het binnenste verbindt met diens ware bron. En ware geaardheid zal zich weldra uiten, in zelf scheppend vermogen.
Onze kinderen groeien op in de energie die we aarde noemen, van boven naar beneden ver uitstrekkend en die er in de diepste uitziet als kampen vol afleidende sprookjes, aannames, leerpaden en leerdoelen. Elke stap is bedacht, voorgevormd en uitgelegd. Binnen lij-ei-dende structuren die voordoen mag het ‘’scheppen.’’ Hen wordt in deze ordering ingevoegd waartoe ze op de wereld zijn en dat past natuurlijk precies. Het geheel lijkt zelfs, met een beetje fantasie, een rode loper effect te hebben. Kinderen zijn bijzonder en wonder en verbeelding mogen hand in hand met hen over de bijzondere loper! Niet ernaast. En is het woord ‘bijzonder’ hier te vatten in energie van eigenaardig tot afwijkend, of werkelijk origineel? Alles lijkt wel mogelijk in een heelal die het woord heel in zich draagt, maar als heelzijn niet begrepen wordt voorbij de toegestane dimensies van een woord, dan kun je reiken tot je de rand bereikt. De veilige rand die onvrijheid buitenhoudt, buiten het aardse. En dat is nu ultieme geestbeheersing der dwaaltuinen. Vrij dimensiedenken scheidt geen binnenwereld van een buitenwereld en geen woorden van beelden, een bewust mens niet van een onbewust kind en leven niet van dood.
Kinderen, bezien als nageslacht, hen wordt onwetendheid aangepraat, onkunde, onvermogen, machteloosheid, impotentie, onmacht en on gehechtheid. Ze lijken bedachte wezens waar wij in de legitimiteit van roeping, professie of machtsgeleerde hoedanigheid gedachten in kunnen voegen. En dat doen we zelf, denken we, omdat het nodig is sturing aan te brengen in denken, in kennis en in weten. En vanuit de overtuiging: De volwassenen zijn over het algemeen al behoorlijk gehecht aan deze opzet. Dit is een overtuiging die uit deze -het Al bedekkende- koker komt, terwijl de overtuiging zelf denkt dat het een ontdekkende koker is, als een telescoop waar nieuw land in te zien is. En als er in het groeiende leven problemen ontstaan wordt dat aan een soortement innerlijk kind toegeschreven. Aan een deel kindenergie die –helaas- in onkunde is gebleven. Er zal altijd een deel kindenergie in onkunde blijven, dus het woord kind is eraan gekoppeld en niet aan een vrije open staat van zijn! Een innerlijk kind, ik heb er al vaker over geschreven, ontstaat in de aardedimensie dus in een koppeling aan mogelijke heling aan een werkelijkheid die niet heel is. Ten eerste zal het kind nooit volledig helen, omdat dit gewoon niet haalbaar is in deze werkelijkheid vol strijd, en ten tweede wordt daarmee waarachtig weten onderdrukt die gewoonweg geen pad van heling zou lopen.
Het is niet meer dan een waarneming voor broncompetente rassen, een zelf zo op te splitsen om er de weg in kwijt te raken. Iets wat hen niet wezenrijk raakt en hen niet zal doen laten volgen. Zij begeesteren elke gevoelsuitdrukking langs een bron van zeggingskracht die niet voorzegt, dicteert, instemt, volgt, nadoet, prognosticeert of profeteert.
Hij als zij, die hier kind dient te zijn is dus op een valse wijze gekoppeld aan heelheid en valt derhalve al snel uit de toon, als het origineel wil zijn. Want ware oorspronkelijkheid kent een vertrouwen in een oerbeeld, die buiten dit geclusterende denken gepareerd is. Gelukkig wordt in die ongemakkelijkheid van een rand in zicht al heel jong een compleet systeem voor hen uitgerold, de opvoeding- en onderwijsloper. Die bepaalt wat origineel mag betekenen, waar de randen zitten en waarbinnen het veilig is. Daarbuiten heeft men geen controle over het denken.. denkt men. En dus ook niet over de jonge mens, noch over zichzelf. En bovenal, waar de mens van nut zal dienen te zijn. Want in een sfeer van controle is de speelruimte rond je plek waar je verwacht wordt al bepaald, ondersteund door een geheel aan resonantiesporen en verwachtingspatronen.
Ware natuurrijke rijkdom bevindt zich op aarde altijd buiten. Niet omdat een beweging naar buiten zo nodig is, maar omdat de beweging naar binnen stokt en hapert bij gebrek aan een wezenrijk gevoel voor kernverbondenheid. Het maakt dat we wetenschappen lang stoeien met zwaartepunten, kerndeeltjes, hoofdzaken en gevolgen; onze formule voor ‘geaardheid’ en diens toegestane ontwikkelingsstappen in beschaving hangen er vanaf. Echte bloei kent een ongerept soort wasdom, een vredige lichtgevoelde Nieuwe ontplooiing. Geen enkele vorm van mindcontrole! Dus zolang we in een labyrint leven waarin velen als marionetten de beheersing blijven controleren, bijschaven, examineren en onderzoeken, leven we hand in hand met beperking versus vooruitgang. En ons denken is zo geprogrammeerd dat we denken dit zelf in de hand te hebben bij het vinden van bewijs. En wie heeft dat bewijs neergelegd? Een stap vooruit is een tweetje terug.
Als ik dan het woord onderwijs naast deze tekst plaats wordt het stil vanbinnen. Ik wil mijn innerrijk in zicht en al sinds ik hier aan dit aardse geloof gekoppeld ben. Gekoppeld, want geboorte beoogt namelijk een vrij soort keus, iets dat hier niet bestaat. Dit lijkt meer een hoofdkraakspel met een eeuwige vraag. Aan wie behoort het brein toe en wie ontcijfert de ultieme code tot in het fysiek? Ik ben niet dit schaduwwezen die mij van deze aarde noemt, mij wil construeren ofwel in elkaar wil zetten als een robot ten behoeve van zijn beoogde compositie. Hoe lang wil ik nog wachten mij dit ooit te moeten herinneren? Hoeveel ervaring laat ik nog wissen?
Ik heb eigen noten op mijn zang. Ik weet van spelen. Er is in mijn kerngevoel niets in mij, noch ooit geweest, wat me die kant op zou trekken, ware het niet dat ik moest omdat het gewoon was, hoorde en zin had. Tot ik eindelijk groot genoeg was volgens een wet om te zeggen dat ik geen zin meer had en met horten en stoten , als in een afkickfase, ermee stopte. En toen ik met mijn dochter voor dat moment stond was ik alleen en ziek en armlastig. Mijn enthousiasme voor het vrije leven was in dit stuk deels ondergesneeuwd geraakt in de onderrichte africhting. Legitieme redenen leken toch weer te winnen. Leertaal liet geen poging onbenut om me mijn oorspronkelijk scheppende taalgevoel afnemen.
Kom ik dan als ik er nog dieper doorheen waad in een ont-fase? Of mag ik die gewoon overslaan in mijn denken? Ik weet het wel. Mijn denken hecht zich niet zo aan namen en moetjes, nooit gedaan. Ontscholen klinkt als non dualiteit. Het woord onthaalt wederom strijd en schiet dus met regelmaat het doel voorbij. Als het woord ongeduid mag zijn, grondeloos en ongerechtvaardigd is het spel ons CV. En onze lach de motivatie.
Vrije diepte hebben we nodig. Afgrond en laagte, gaten en zwarte holen vol onkunde en onwetendheid zijn hierin beperkende begrippen die de mens weerhoudt van de volle waarneming op eigengevoelde uitlijning in eigen pas. En wel nu. Geen mens zal tragedie als een keuze voelen, zolang de ware keuze je niet ontnomen wordt. Die van een ongekende muse voorbij elk bloedbeeld, grondbeeld, toonbeeld; de ontroerende levendigheid die niet in poeders, doosjes, hokjes, verpakkingen zit. Waarachtige expressie zal de herinnering weer woordbeeldig completen in energie.
Je idee van leven opnieuw vormgeven en het oude compleet oud laten door jezelf eruit te ontslaan, het kan op nu vaak nog ondenkbare manieren. Dat denken kent namelijk helemaal geen echte rand of grens. Ik schrijf er al meer over, omdat ik een ongelofelijk enthousiasme voel opborrelen, zoals bij alles waar het woordbeeld vrij in speelt. Tot binnenkort.
Moniek
Bron: moniekvanpelt.nl