Paard
heb ik gesprek met een dier, met een mens of met een ontzagwekkend wezen die ik aards niet anders benoemd krijg dan paard? Een wisseling van haperende woorden in mijn geval en in het wezenrijke uitzicht een goudvloeiende stroom, waarbij ik me wat klein voel, omdat ik voel dat ware taal zo anders spreekt over mens en dier. Over leven en over Hier. Ik kan eigenlijk alleen maar luisteren , met alles wat ik in me heb. Vergeef mij als ik onvolkomen ver-taal. Mijn vergeten grootsheid is groot. Enkel de moed is groter.
Ik ben meer mens dan jij, zegt hij. Ik zie meer zon dan jij, zegt zij. En niet omdat ik beter ben of groter, of doe aan enige vorm van vergelijk, maar omdat ik sta in mij. Nu jij. Nu jij. Mijn kalmte reikt zo diep, dat jij, mens, weinig anders kunt doen dan hem verstoren. En als jij dat ziet, jouw gevoel voor stoorveld die ik volgens jou uit, dan reik je mij probleem. Of ik jou, in jouw gedachten. Maar ik leef niet in tijd, dus er is geen probleem. Er is gewoon wat is. En ik stoor me nergens aan. Ik zie mezelf niet als een dier langs de zin van de grote mens-individualiteit. Ik land niet op een planeet om er weer te verdwijnen. Om tussen vreemden te leven en hen te moeten leren kennen. Ik beweeg niet in die afstandelijkheid, tussen man en vrouw. Ik beweeg niet in een traumatisch wereldbeeld, al zie ik wat jullie doen en je erin angstig verkleinen. Om dan te roepen als je even stevig en dan alweer wankel staat, dat je je angst al denkende hebt overwonnen. Het zijn verschillende velden die door jullie tegelijk heen bewegen en die jullie duiden als emotie. Wij zien dat anders. Wij zien jullie diepe verdriet vol in de war zijn in alle talen en verhalen, omdat je niet langer weet wie je bent. En dan komen de richtingwijzers vol bedrijvige taligheid, als zuigers die trekken aan de menskracht, om maar het verlangen naar balans te bevestigen. Uitleg op uitleg.. en stilte op stilte.. onmerkbaar schuivend in het hoofd naar afhankelijkheid. Volgzaamheid , in welke vorm dan ook, hoe fijn het kan voelen, kent geen echte ankering in het brein. Emoties, verwrongen uitingen in de aardemens, ze zijn er om de disbalans te tonen bij gebrek aan kracht. Niet om blijvend in te wonen. Of om ze te ontleden. Het heeft geen enkele zin, omdat je denkt in tweeledigheid. Je denkt door op oude sporen van meesterschap die niet de jouwe zijn. Ze zijn niet uit de bewuste mens geschapen, het is Kracht die in een onbewaakt moment op technologische wijze onttrokken is van de mens. De emoties die vervolgens activeren in het lichaam bij de aardse aankomst zijn het gevolg van de mensverwarring. Jullie waren al heel. Elk mens kent een eigen volkomen spoor, zonder enige inmenging van buitenaf. En nu jullie hier zijn, is daar ook de ervaring van inmenging. En die is zo pijnlijk, dat jullie maar blijven spreken over vrijheid, terwijl hier op aarde momenteel geen vrijheid is in je eigen brein. De mens probeert wanhopig zijn aandacht te verleggen naar positiviteit en aardigheid om de drab maar niet te zien, daarbij orerende dat de drab zo groter zou worden. Je zou jezelf er weleens middenin kunnen ontdekken, als je anders gaat vertalen. Er is taal nodig. Echte taal. De taal van Echt. De mens denkt niet meer zelf na. Daardoor denkt hij dat de oorlog door hem komt en die gedachte zet een oorlog voort die er al was. Het is in die gedachte dat de mens denkt en voelt te leven en dat delen jullie collectief op aarde. Daarbuiten echter wonen mensen die hun heelheid niet verloren zijn. Je hoeft het alleen maar zelf te voelen, dat is genoeg. Om te gaan staan.
Ik leef in mijn eigen dimensie, die jullie nauwelijks zien. Ik zie jullie zoals jullie jezelf nauwelijks zien. Wie toont mij zijn wezenrijke grootte in afkomst, zonder enige afleidende gedachte aan groei en balans? Het zijn niet de mensen, juist niet. Je kunt geen balans vinden als je niet weet wie je bent. En als je dat weer weet, dan ben je er niet mee bezig. Dan zijn gedachten, dan is jullie hoofd weer heel zichtbaar in jullie hart. En dan zijn gevoelens weer bereikbaar. Echte gevoelens zijn als ogen die een wereld zien zonder hem te willen veranderen. Ze spiegelen niets, omdat er geen reflectie vanuit eindigheid bestaat. Ze wijzen naar niets, ze zijn in zichzelf kracht. Er is geen behoefte om te onderwijzen of te redden zoals jullie doen in naam van een spirit. Echte Gevoelens zijn zo warmhartig, dat er geen verlangen of geloof nodig is. Emoties tonen de spiegel waar je inkijkt, denkende dat jij dat bent en denkende dat dit jouw spiegel is van een leven die wel een reden moet hebben. Het zou je bestaansgrond onderuit halen als blijkt dat leven anders in elkaar zit dan het keuzemodel je biedt. De mens die op zoek is naar zichzelf, omdat hij ervoor kiest om hier te zijn zo hij denkt, weet niet op welke grond hij staat. Als je echt ervoor kiest om hier te zijn, dan ervaar je hele andere dimensies, waar je doorheen moet voor je hier landt. Zwaar belegerde dimensies en dat heeft niets met geloof of liefde te maken. Velen van ons paarden zijn getraind om daardoorheen te breken. Samen met de vrije mensen in missie, die in eigen vorm volledig buiten deze belegering leven.
Als zinnen volkrachtig zijn, is het lastig om mij te verstaan. Ik weet dat, omdat ik hier leef. En ik leef ook elders. Alleen tijd houdt leven vast op dezelfde plek. Ik doe het met jullie idee van voeding, maar in wezen voed ik mijzelf. Jullie denken zo na. Jullie zien jezelf niet goed. Daarom hebben mensen het over spiegelen in lering. Het is van een ontaardende aard, dat jullie uitgaan. Jullie kleven aan elkaar vast en geven onthutsing door en onvermogen. Er bestaan geen familielijnen, anders dan de beweging die naar jullie echte thuis loopt. Daar ken ik jullie van en daar kennen jullie mij van. Ik ben daar altijd vrij in beweging. Net als jij. Elke interpretatie over leven van voor jezelf of na zelf spreekt enkel in de taal van overleven. Je komt en gaat. Je blijft nooit, je kunt niet blijven, omdat je hart weent. Zo diep. Tranen die nooit mogen rusten, altijd voort, altijd jacht, altijd leed. Denken in de Ai tijd in altijd is iets anders dan denken in de Al tijd. Wij worden uit jullie wilde oog gehouden, het oog dat echt ziet wat vrij zijn is. Een wild oog is ongebonden, ongefilterd en onbegrensd. Maar jullie ogen zijn niet langer van jullie. Jullie bewegen als blinden die niet kunnen horen en als doven die niet kunnen voelen. Het is te zien voor ons, er ligt schaduw in het mensenoog die er nooit was. Niet bij jullie. Een schaduw die je met werken niet weg krijgt, of met denken. Het gepuzzel toont de moedelozen. Je hebt het over aarde, maar ik hoor aan de klank dat je zelf niet meer weet wat je zegt. Planetair bereik is je ontnomen. Je spreekt van zoet naar zout, als je naar me kijkt, vol gekir als van een baby. Ik heb geen interesse in de mens zoals jij, mens, in mij hebt. Jij hebt nodig en ik ben. We raken elkaar wel aan, maar we raken niet in of uit. Je mag mij aanraken en besef dan wat je doet. Wie je bent, wie die hand is die raakt. Als je er bent, dan raak je aan. Misschien mij, misschien jezelf. Er wordt gewacht op de mens die zichzelf eindelijk weer aanraakt, die ziet. De lijn waarin je kracht benoemt en ervaart is van een andere lijn als die ik zie. Het is letterlijk een ander soort taal, als van een kind die wel woorden spreekt, maar de diepte niet voelt. Nog niet of echt niet. Jullie lijken dat te leren met de tijd, maar die tijd mag er juist tussenuit. Je kunt niet leren om naar mij te kijken, of mij te verstaan. Je draagt alles al mee. Daarom weent je hart zo hard. Omdat je er niet meer bij kunt. Bij je eigen taal. Er is een werveling nodig die je terug wervelt naar het eerste moment. Jullie ervaren dat als een eerste ontmoeting. Met elkaar, met mij, met al het leven. Het eerste moment, diep vanbinnen weet jij wat ik bedoel. Ik heb het niet zozeer over je eerste aardse ademhaling die al vol pijn zit die de tijdslijn in opdracht zendt naar ieder mens, maar in een andere lijn. De open verbinding, die jij kent en die nog leeft in de mens. Het is te vergelijken met aardse verwondering. Al is de echte volle kracht vele malen sterker. Het is pure schepperskracht. In je ogen ligt nog onbevangenheid, omdat je denken er nog niet tussen zit, of beter gezegd helemaal open staat als een kosmische antenne. Er is alleen verwondering. Van hoofd tot hart. Alleen maar dat. Bij de schoonheid van een bij, een bloem, een kind, een veulen, een mens. Alleen in de frequentie van verwondering, die nergens te leren is, keert de eerste Echte herinnering terug. Dat beeld zal in opbouw het zicht op jullie eigen thuiswerelden teruggeven. Die eerste ontmoeting met het aardse gedachtenveld , die heeft jullie hard geraakt. Zo treffend hard. Die eerste aardse herinnering is in dichte mist gehuld. Maar voor velen is er een eerdere ontmoeting geweest met deze planeet, of met vergelijkbare planeten. Er is een eerdere ontmoeting geweest met jezelf voorafgaand aan alle pure aardse ontmoetingsmomenten. Dat is je eerste moment, levend met en in eigen ogen, daar mag je naar terug. Eerst en eeuwig. Je leeft dan wel in een lichaam die niet van jou is, net als ik, maar de geest beheert het lichaam ten volle, als je de weg terug naar jezelf vind, zonder hulp van buitenaf. Laat niemand je vertellen dat diegene het wel weet. Er is geen paard, geen dier die leeft in een vorm van wetenschap,, waarin bewijs nodig is om te zijn. Niet denken dat ik je help. Ik sta. Nu jij. Nu jij.
ik blijf achter met mezelf, als Paard uit beeld verdwijnt. Ja dat kan hier dus, beeld dat vervormt en verdwijnt. Ondenkbaar voor mijn hart, waar ik altijd leven ontmoet. En zeer denkbaar voor mijn brein, die dat heel gewoon vind, dat in en uit beeld geraken. Mijn hoofd die zichzelf niet kan ankeren in eigen beeldkracht, dat ook niet weet, en dus maar compenseert door te zoeken. Op zoek naar diMENSie, naar leven dat niet verdwijnt, dat nooit meer verdwijnen zal. Dat eerste gouden moment is voor eeuwig. In alle vergeten verbondenheid is dat mijn enige troost, dat ik in mijn hart zo soms heel even weer beeldig thuis ben in mij.
moniek van pelt