aardemens
Er was eens een planeet die aarde heette en het leven was er rommelig en onthand. De mens was zoekende naar zichzelf en geloofde in sprookjes. Dat er een eigen universum in ieder mens leefde ging het voorstellingsvermogen compleet te boven. De mens kon zich geen voorstelling meer maken van een ander leven dan hier geleefd, zoals hun ouders en diens ouders hen hadden voorgedaan. Het hoofd zat vast in scenes, in verhaallijnen en ze stuurde het lijf er constant naartoe. De gedimde levenskracht opereerde op bloedlijn commando als een vreemde magneet rond een verzameling geschiedkundige waarnemingen. Waarnemingen waar een vreemde sluier mee verbonden was en die uit het zicht bleef. Niet dat ze het zagen. Er was helemaal geen tijd om zelf te zien. En ineens was daar iets anders. Waar of wat het was, wisten de mensen nog niet. Maar er kwam iets naderbij. Behoeften veranderden. De mens trok naar binnen. Langzaam maar zeker hervond mens na mens een lang vergeten focus in zichzelf. Een gevoel voor waarheid werd wakker. Mensen gingen anders kijken. En die blik bracht andere beeldfragmenten in zicht. Herinneringen rond een eigen vermogen van voorstelling werden wakker. Het eeuwig angstige niet weten leek de mensen minder tegen te houden, om zich een eigen leven voor te stellen. Een hartenrijk leven, waar harmonie wel mogelijk zou zijn. En waar niet de hele tijd in verleden tijd gesproken werd. En gek genoeg voelde het in momenten, alsof ze het altijd al hadden geleefd. Alsof ze in een vreemd soort fluistering waren beland, als in het hoofd van iemand anders.
Er zouden grote uitdagingen op hun pad komen. In een wereld waar geheimenis de boventoon voerde, zou strijd vechten om aanwezigheid. En toch, de mensglans vanbinnen uit, kende een kracht, zo groots, dat het aanstekelijk was. Ontsmettelijk. Het bedierf niet. Het kende geen houdbaarheid of maakbaarheid. Het was echt. Die echtheid bracht gekrompen gevoelens opnieuw in zicht. Mensen leerden loslaten van hun patronen en ontdekten dat gevoel vele onvermoede kanten had. De mogelijkheid om in het moment te zijn bijvoorbeeld. Of ermee te reizen. In de kracht van het gevoel konden besluiten herzien worden, op manieren die nooit eerder voor mogelijk gehouden werden. Het gevoel bleek een heel eigen universum te zijn, die in de mens leefde. En waar het hoofd niets van wist. Het lichaam ook niet. Het bleek heel anders geïnformeerd. Meer ondergeschikt. Volgend. Mensen begonnen zich te herinneren. De een van kleur, de ander geur en weer een ander van stilte, van samen, van verheven zijn, van werken met technologie, van wonen, reizen, missie's. Ze keken vaker omhoog, naar de lucht. Was daar wel een hemel, zoals hen was verteld. Vele vragen trokken de lucht steeds meer open. De vragen gaven kracht. Er bleken antwoorden te zijn, die lang verborgen waren geweest.
De aardemens ontdekte meer mens in zichzelf. Gevoelens konden zich verruimen tot in de kosmos, voorbij een gesloten aardse evolutie. En daarmee werden mogelijkheden van leven opengezet, deuren die energiefrequenties naar binnen lieten en de mens zichzelf lieten ervaren langs een samenkracht die wilde samenwerken met al het leven. In die opengaande portalen verschenen niet de goden waar ze naar verlangden. Er verschenen mensen, mensen die er echter uitzagen dan zijzelf. Ze zagen er zichzelf gespiegeld, als in een schoon wateroppervlak zonder schaduw. Duister die voorheen gevoelsdiepte onbekend hield en onbereikbaar. Hoe had de aardse mens ooit kunnen denken dat zij de enigen waren in de kosmos? Dat zij het alleen recht op leven leken te hebben, verheven boven de immense natuurplaneet die de aarde eigenlijk was. De aardemensen merkten dat als ze door hun barrieres braken die systemisch in en om hen heen waren gebouwd, en die angst werd genoemd, bij gebrek aan informatie, dat zij zich een andere afkomst konden herinneren. En er gingen vele werelden open ..
moniek van pelt